Klik hier voor een overzicht van alle pagina's
"De structuur van de zeven bedelingen"
Bij het bestuderen van de schrift blijkt dat:

De 1e en de 7e bedeling van dezelfde aard zijn (individuen) en dat zij beide eindigen bij het oordeel voor de grote witte troon op de "jongste dag"
Opb.20:11-15.
Het verschil tussen deze beide bedelingen is dat in de 1e de aardse mens "gescheiden" van God leeft, en dat in de 7e de mens in "gemeenschap" met God leeft.
De 2e en 6e bedeling tonen een soortgelijke structuur maar dan in relatie tot de volkeren.
De 2e bedeling eindigt dan ook tegelijk met de 6e. Dit oordeel over de levende volkeren zal geschieden voor de troon van onze Heere Jezus Christus in Jeruzalem.
De op aarde levende mensheid zal dan onderworpen zijn aan Christus.
Math.25:31-34,
Ef.1:10.
Ook de 3e en 5e bedeling lopen in elkaar door. Christus is het ware Zaad van Abraham.
De 4e bedeling staat op zichzelf en is een demonstratie van God dat géén enkel aards mens zich aan de Wet Gods kon houden dan alléén onze Heere Jezus Christus.
De bedelingen zijn dus in een symmetrische structuur (introversie) te plaatsen:
1 - Geweten ..................................... Individuen / gescheiden van God.
2 - Menselijk bestuur ................... Volkeren / verstrooid.
3 - Belofte ........................... Abraham / zijn nageslacht uit de volkeren.
4 - Wet ........................ Één volk buiten de volkeren.
5 - Genade .......................... Christus / Zijn nageslacht uit de volkeren.
6 - Volheid der tijden .................. Volkeren / geoordeeld & vergaderd.
7 - Koninkrijk ................................... Individuen / gemeenschap met God.
|